Citadel van Verdun

De Citadel van Verdun is een grotendeels ondergronds complex met een opgebouwd fort. Het heeft een gangenstelsel van 7 kilometer.

Verdun speelde een zeer belangrijke rol in de verdedigingslinie die in de periode na de Frans-Pruisische oorlog (1870) werd gebouwd. Langs de Franse oostgrens werd, als bescherming tegen een Duitse bedreiging, een sterke fortengordel aangelegd tussen Verdun en Toul en tussen Épinal en Belfort. Verdun bewaakte de noordelijke toegang tot de Champagne-vlakte en daarmee de toegang tot Parijs.

Ook had Verdun in 1914 standgehouden tegen de aanvallen van de Duitsers en zelfs hadden de forten de beschietingen van de Dikke Bertha’s doorstaan. Het garnizoen van Verdun was gehuisvest in de citadel van de stad, in de 17e eeuw gebouwd door Vauban. Aan het einde van de 19e eeuw was er een onderaards gangenstelsel aangelegd dat tijdens de slag dienst deed als werkplaats, munitieopslag, hospitaal en rustplaats voor de Franse troepen.

Je kunt een klein deel van de citadel bezoeken. Men wordt dan met een volautomatisch karretje langs een tiental projecties geleid. Deze projecties zijn korte speelfilmpjes die op een transparant scherm worden geprojecteerd in een echt ingerichte ruimte. De achtergrond is dus reëel, de personages staan daarin. Het geheel geeft een vrij realistisch beeld. De filmpjes moeten de sfeer van het fort tijdens de oorlog weergeven. Daar slaagt men maar matig in. Er is een scene waarin een officier zich tot op de rand van insubordinatie bij zijn superieur beklaagd over de slechte omstandigheden. Er heerst honger en ziekte, de lijken stinken en hij noemt het fort een rattenhol. Een paar scenes verder zien we een vrolijke bakkerij vol met broden en een eetzaal met het geluid van borden en bestek. Weinig overtuigend, wel onderhoudend. Een virtuele wandeling door een loopgraaf is door het met de wagen meerijdende projectiescherm wel overtuigend gedaan. De kinderen die achter ons in het karretje zaten werden er bang van.

Aan het einde van de tour is een gedeelte waar we te voet door mogen gaan. Hier wordt uitgebeeld hoe uit tien gekiste lichamen door een overlevende soldaat het stoffelijk overschot van “de” onbekende soldaat van Frankrijk is gekozen. Dit lichaam is vervolgens onder de Arc de Triomphe in Parijs ter aarde besteld, waar een eeuwig brandende vlam het graf markeert.

Dan komen we in een klein museum met artefacten uit de tijd.

Een leerzame middag, maar we gaan toch weg met het gevoel dat we daar niet voor waren gekomen. We waren benieuwd naar het inwendige en de uitgestrektheid van de citadel. De rondleiding in het fort Douaumont was beter voor geschikt.

We hebben alleen een paar foto’s van de buitenkant van de citadel. Binnen kon je niets fotograferen.

 

[tb_google_map]

Het Fort Douaumont

Fort Douaumont was niet het grootste en sterkste fort van de ring van Verdun.  Generaal Philippe Pétain, de Franse opperbevelhebber bij de Slag om Verdun, wees op de ongehoorde paradox, dat Fort Douaumont dat Frankrijk 100.000 doden kostte, zelf zonder gevecht werd prijsgegeven en zonder gevecht weer ingenomen.

Het is tijdens de aanval van 1916 door de Duitsers  vrij eenvoudig ingenomen. In mei brak er brand uit waarbij een munitieopslagruimte explodeerde met 800 tot 900 doden tot gevolg. 679 daarvan zijn in het fort achter een muur met een Duits kruis begraven. De Duitsers moesten na de verovering wel de Franse kant, de zwakke kant dus, verdedigen. Dat lukte ze uiteindelijk niet, waarna het in oktober 1916 weer door de Fransen werd terugveroverd. Al die tijd is het van weerszijden afwisselend met zware artillerie beschoten. De Duitsers hadden Dikke Bertha’s met een kaliber van 420 mm, de Fransen hadden voor de tegenaanvallen enkele Mortier de 370 mle 1914 Filloux.

Klik hier voor een Google Maps satellietbeeld van de site.

 

 

[tb_google_map]

Het Ossuarium van Douaumont

Hier ligt het oorlogskerkhof van Verdun en staat het Ossuarium van Douaumont. Op de slagvelden rond Verdun zijn 263.000 doden en 492.000 gewonden gevallen. Ik kan dat nauwelijks bevatten. Dat is vrijwel de gehele bevolking van het huidige Amsterdam. Tijdens de Slag om Verdun vielen de meeste slachtoffers door granaten die door artillerie werden afgeschoten. Het was vaak onmogelijk de lichamen te bergen of zelfs maar terug te vinden. De Duitsers hadden kanonnen met een kaliber van 40 centimeter. Die granaten waren meer dan een meter lang en wogen vijfhonderd kilo. Aan Franse zijde werden 101.000 mensen vermist. Dus ook dood.

Na de oorlog werden de menselijke resten die overal in de omgeving werden gevonden verzameld en in kaart gebracht. De  beenderen van meer dan 130.000 mensen, zowel Fransen als Duitsers, werden in het speciaal daarvoor gebouwde knekelhuis ondergebracht. In het ossuarium mag niet worden gefotografeerd. Dat heb ik dus ook niet gedaan. Het is mooi gedaan. De Architectuur is typisch die van de heldenverering van de vroege 20ste eeuw. Het is in 1919 gebouwd. Kijk ook eens op Wikipedia Ossarium van Douaumont voor een beschrijving

Het tegenoverliggende kerkhof telt 15000 graven. Opmerkelijk is dat er een groot aantal Islamitische graven zijn die met het front naar het Oosten liggen. Iets verdraaid ten opzichte van de Franse, die naar het Zuidoosten liggen. de Islamitische slachtoffers vallen onder de soldaten uit de diverse koloniën die door de oorlogsverklaringen van de moederlanden in de oorlog meegesleurd werden.

Volg deze link voor de site in Google-Maps vanuit de lucht

 

[tb_google_map]

Les Champs de Bataille, Verdun

Zondag 19 juli 2015

Vandaag zijn we met de camper de berg op gereden naar het slagveld bij Verdun. Hier hebben we drie plekken bezocht.

De Tranchée des Baïonnettes, een Gedenteken met een aantal graven met onbekende soldaten van Frankrijk.

Het Ossuarium van Verdun, een monumentaal bouwwerk waarin de beenderen van 130000 (honderddertigduizend) onbekende gevallenen in de muren zijn ondergebracht. Hier is ook het Franse oorlogskerkhof van Verdun waar 15000 geïdentificeerde lichamen liggen.

Het fort Douaumont, een van de belangrijkste forten die rond Verdun lagen ter verdediging tegen Duitse invallen.

Ik zal de Tranchée des Baïonnettes hier laten zien en het Ossuarium en het fort in volgende berichten afzonderlijk beschrijven.

De Tranchée des Baïonnettes is een betonnen monument met graven van onbekende Franse soldaten. Het is een beetje in verval en het toegangshek was gesloten. Dat leidde ertoe dat de bezoekers, wij incluis, om het portaal heen liepen en door het bos naar het monument  gingen. Hier werd ons duidelijk wat in de verhalen met “De Modder” werd bedoeld. De grond is een zware, leemachtige klei die zich ondanks grasachtige begroeiing aan je schoenen vastzuigt. We kregen het niet meer van de zolen geschraapt. Kun je je voorstellen dat je hier wekenlang in een loopgraaf ligt. Alles zit eronder. Er is niet aan te ontsnappen.  We hebben een kwartier nodig gehad om het met een borstel zover van de schoenen te krijgen dat ik de camper weer in durfde. Bij mij voorin ligt een rubber mat. Ina heeft de schoenen maar uitgedaan.

Het monument volgt een loopgraaf die de naam had. Veel loopgraven en stellingen hadden eigen namen om ze te kunnen onderscheiden.

 

IMG_1489
De toegang tot de loopgraaf
IMG_1487
Panorama-afbeelding van de gang. Is mooi op volledige grootte.
IMG_1486
In elke open ruimte van het monument is een grafheuvel met een kruis

 

[tb_google_map]

Naar Verdun met een overnachting bij Reims

Van Forges Les Eaux zijn we naar Reims gereden voor een overnachting op een Camping Municipal daar in de buurt. Niks bekeken, erg warm op de camping. Rusten. Alleen nog plaats in de volle zon. Hier danken we wel een keer of zeventig onze beslissing twee jaar geleden die kapotte airco toch te vervangen. Buiten is het meer dan 35°C, binnen kunnen we het op 25°C behaaglijk houden. Dit zijn prima plekken voor weinig geld. Geen zwembaden en speeltuinen. Wel stroom voor een klein bedrag waarmee we de airco bedrijven. Op Camperplaatsen wordt vaak meer dan €4,- per UUR, ja per uur, gerekend voor stroom. Daar gaan we niet aan beginnen. Kan ik ook in een hotel overnachten. Hier staan we voor €15,91 per nacht inclusief alles.

De volgende dag door naar Verdun, althans naar Cherny s/ Meuse. Daar is ook weer een Camping Municipal, Sous le Moulin (€13,- per nacht all in). Hier is het landschap erg heuvelachtig. Dat is leuk als je een heel stuk rechte weg voor je ziet. Dan huppelt het asfalt door het landschap.

 

 

 

[tb_google_map]

Forges Les Eaux

Hier een paar foto’s genomen in Forges Les Eaux. Een aardig plaatsje waar we twee nachten hebben gestaan. De camperplaats is een grote geasfalteerde plaat, maar we staan er voor €7,50 per dag inclusief stroom. We willen het dorpje even in en het is erg warm. Dus de airco aan voor de honden. Er is ook een camping, maar die is gesloten. We kunnen wel via de camping naar het centrum lopen. Achter de camping komen we dan in een parkje waarvan men denkt dat het een de schrijver van Madame de Bovary heeft geïnspireerd. Die heeft hier namelijk een tijd gelogeerd.

Het kerkje is erg aardig. Niet te groot, mooie tegelvloer. Verder staan er wat vakwerkhuisjes en wat gebouwen uit de kennelijk bloeiperiode in de 19e eeuw.

We wilden graag naar de chinees, maar die bleek dicht. Goede raad was duur, waar nu naar toe? Pizza? Neee, Turks? Neee. Er bleek een Marokkaans restaurant in het plaatsje te zijn. Dat hadden we geen van beiden nog gegeten, dus daar naar binnen. Couscous met drie soorten vlees en een heerlijke pan groenten met saus. Erg lekker.

Foto’s:

 

[tb_google_map]

Van Tréviéres naar Forges les Eaux

Op 15 juli hebben we Normandië verlaten op weg naar het volgende slagveld: Verdun. Onze eerste tussenstop was in Forges Les Eaux, een aardig dorp in de Haute Normandie met 19e eeuwse architectuur en een aardig kerkje. In een keer naar Verdun kan nauwelijks omdat we geen tolwegen rijden. Bovendien hebben we geen haast maar vakantie. Onderweg via Caen een Hypermarché van Carrefour aangedaan om nieuwe “melk en honing” in te slaan.

Een typische reisdag verloopt aldus. 08:00 uur opstaan, koffie, wassen/douchen, honden uitlaten, ontbijt. 10:00 uur kamp afbreken. Ina doet altijd de binnenboel: afwassen, opruimen, kastjes dicht, ramen en luiken dicht, gordijnen en zonwering open. Ik doe dan de buitenboel: steunen indraaien, zonnereflectorscherm van de cabine afhalen, luifel indraaien, walstroomkabel opruimen, aanhanger afkoppelen en/of klaarzetten. Dan naar de camperverzorgingsplaats om het grijze water af te laten en de toiletcassette te legen. Daar in de buurt is ook een aparte kraan waar we vers water kunnen innemen. (Altijd eerst de kraan schoonmaken en leiding en eigen slang spoelen tot er koud water uit komt. Een eventueel aanwezige slang NOOIT gebruiken. Je weet niet of er misschien toch iemand zijn cassette mee gespoeld heeft.) Wij hebben inmiddels een UVC-lamp van 17 Watt netto in de tank om getapt drinkwater te ontkiemen. Een half uurtje aan laten staan en het water is ontsmet. Dan weer terug om de aanhanger op te pikken en om 11:00 zijn we meestal wel op weg. Als we dan maximaal 6 uren onderweg zijn vind ik het welletjes. Tegen 17:00 u zijn we op zijn laatst op de volgende bestemming. Zoals de grote Noorse Poolreiziger Amundsen al zei: “Avontuur bestaat niet. Slechte planningen wel ! “.

Hieronder een paar foto’s voor een reisindruk.

 

 

 

 

Duitse militaire begraafplaats in La Cambe

Zoals in het vorige bericht al gezegd, hebben we op de terugweg van het tankmuseum de Duitse militaire begraafplaats in La Cambe aangedaan. Hier liggen meer dan 21000 (een en twintig duizend) gesneuvelden in graven van twee. In eerste instantie zijn hier Duitse en Amerikaanse militairen begraven. Vanaf 1956 is voor de Amerikanen een eigen grafveld aangelegd (zie eerder bericht). De vrijgekomen plaatsen op dit grafveld zijn toen in gebruik genomen voor Duitsers die her en der lokaal waren begraven. In 1961 is de locatie formeel ingewijd. Wat hier opvalt is de eenvoud en bescheidenheid in vergelijking met de Amerikaanse begraafplaats. Wat ook opvalt is het relatief grote aantal graven met ongeïdentificeerde lichamen. Veel meer dan op de Amerikaanse begraafplaats. Ik schat dat 20-25% van de overledenen niet is geïdentificeerd. Ik denk dat dit te maken heeft met tijd die de terugtrekkende partij natuurlijk niet heeft, en misschien ook met een verminderde interesse van de overwinnaar die de lichamen om sanitaire redenen moet opruimen, maar weinig piëteit kan opbrengen voor de vijand. Ik weet het niet. Misschien heeft het ook te maken met de manier waarop de graven worden beheerd en de beschikbare middelen. De Amerikanen hebben daar een staatscommissie met bijbehorend budget voor. De Duitsers moeten het doen met de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge. Dat is een Vereniging die vrijwel uitsluitend wordt gefinancierd uit bijdragen van leden. Ik weet niet of de Duitse Staat  bijdraagt, maar het is zeker niet veel. De Schuetzenverein waar wij lid zijn houdt elk jaar een collecte om geld in te zamelen voor deze Volksbund. Je ziet dat er ook andere mogelijkheden worden gezocht om middelen te genereren. Op deze grafvelden kan men een boom sponsoren. Dat wordt dan ook veel gedaan. Elke gesponsorde boom in het park hier (Friedenspark) heeft een bordje met daarop de naam van de sponsor en de naam van de gesneuvelde die met de boom wordt herdacht. Inmiddels een heel bos. Esdoorns. Mooi.

Ik begrijp wel dat de “helden” van het misdadigersregime niet kunnen worden erkend, laats staan verheerlijkt, maar vind ook dat de arme sloebers die geen keus hadden (verreweg de meesten) er wel erg bekaaid vanaf komen. Op dit grafveld zijn de meeste gesneuvelden tussen de 17 en 19 jaar oud. In mijn visie heb je dan de “leeftijd des onderscheids” nog niet bereikt. Zeker niet als je je hele leven bent geïndoctrineerd met een ideologie. Je bent daardoor wel erg gevaarlijk. De jongens gingen met 16 jaar direct uit de Hitlerjugend naar het front en stonden bekend om hun felheid en fanatisme. Dat maakt het regime misdadig, maar de jongens misleid. De Amerikanen hebben overigens alleen de datum van sneuvelen op de stenen staan, men kan daar dus geen leeftijden herleiden.

 

 

[tb_google_map]

Het Tankmuseum in Catz bij Carentan

Vandaag zijn we weer even op pad geweest. Er is een tankmuseum in Carentan. Met een erg mooie collectie mag ik zeggen. Verschillende gepantserde voertuigen die bij de invasie zijn gebruikt. ook een paar Duitse voertuigen, o.a. een Panzer IV. Deze was in de originele staat gelaten, stond er trots bij. Zoals hij door de Amerikanen in 1944 was uitgeschakeld. Dat verbaasde mij een beetje omdat alle andere voertuigen in staat van nieuw verkeerden. Dan realiseerde ik me dat de verouderde onderdelenvoorraden van de overwinnaar natuurlijk wel beschikbaar waren, maar die van de verliezer hoogstwaarschijnlijk niet. En dan kun je beter niets opknappen.

Tot mijn verbazing en plezier stond er ook een Vierlingmitrailleur (het ding op de eerste foto’s). Compleet met de vier .50’s en munitiekoffers. Erg leuk. Toen ik als Technisch Specialist op mijn eerste parate onderdeel aankwam was dat het 101 peloton vierlingmitrailleur van de 25e Afdeling Lichte Luchtdoelartillerie in Ede. Dat peloton had een aantal van deze mitrailleurs op Daf YA328 laadbakken gemonteerd om de stukken en radar van de afdeling tegen luchtaanvallen te beschermen als de batterij zich verplaatste. Het eerste wat ik echter te horen kreeg toen ik me daar kwam melden, was dat het peloton was opgeheven. Meer dan het materieel opknappen voor mobilisatie (het mob-complex) was er voor mij niet te doen. Toen de boel opgedoekt was ben ik naar de B-batterij overgeplaatst.

Op de heenweg reden we langs een Duitse begraafplaats. Op de terugweg hebben we die bezocht. Zie het volgende bericht.

 

 

[tb_google_map]

Cimetière américain de Normandie

Na Omaha Beach en het museum reden we een paar kilometer verder naar het Cimetière américain de Normandie. Het grote Amerikaanse oorlogskerkhof waar bijna 10000 (tienduizend) gesneuvelde Amerikaanse militairen begraven liggen. Ik was nog nooit op zo’n dodenakker geweest en het was overweldigend. Het is een enorm uitgestrekt terrein Met een groot monument aan het ene einde en een kleiner aan het andere. Kijk maar naar de foto’s. Als je dan tussen de kruisen door loopt richting het kleine monument merk je dat het terrein naar alle kanten afloopt en er achter het kleine monument een even groot grafveld ligt als ervoor. De tranen sprongen me in de ogen bij het besef van de slachting die oorlog is. Ik voelde me dankbaar voor het offer dat tot onze bevrijding heeft geleid, maar besefte ook volkomen dat er niet genoeg dankbaarheid in mij kan zijn om deze mensen recht te doen. Dat kwam sterk bij mij binnen. Vooral als we dan na ons bezoek achter het grote monument langs het terrein willen verlaten en er een cirkelvormige muur vol met namen blijkt te staan. Ik zocht de naam van een Joodse soldaat, Baer, die ik gezien had in het grafveld, maar vond die niet. Toen zag ik bovenaan een tekst waaruit bleek dat dit de namen waren van militairen die nooit zijn teruggevonden. “…..their graves only known to God” en “… nobody knows where they sleep, thus the entire world is their sepulture”

Er waren veel bezoekers. Het is zondag, mogelijk komen er dan meer mensen. Bussen vol. Er was zelfs een Hongaarse busonderneming die een “Beyond Band of Brothers” reis organiseert. (Band of Brothers was een tv-serie over een compagnie Para’s die in Normandië geland was.)

Er waren ook veel jonge mensen. Dat is goed, het mag niet vergeten worden. Het schoot mij door het hoofd wat mij de afgelopen week opgevallen was op de camping in Bertangles. Een Nederlander op de terugreis na een bezoek aan deze rampzalige plek was openhartig over zijn negatieve gevoelens over Duitsers. Hij was niet oud genoeg om de oorlog te hebben meegemaakt, daarom verbaasde mij dat. Ik denk dat het niet goed is wanneer mensen die niet direct in de oorlog hebben geleden, mensen die niet direct verantwoordelijk waren die oorlog toch gaan verwijten. We moeten verder.

Er was ook een korte kransleggingsceremonie in het grote monument. Vermoedelijk nabestaanden hadden een bloemstuk meegebracht dat na het spelen van het Amerikaanse volkslied en een korte toespraak op zijn plek werd gelegd. Het volkslied werd gespeeld op een carillon maar klonk een beetje hol. Na het leggen klonken drie saluutsalvo’s waarna de Last Post werd geblazen. Toch licht teleurgesteld door het klaarblijkelijke bandje dat werd afgespeeld liepen we terug naar de Camper.

Niettemin zeer indrukwekkend, de manier waarop het land zijn zonen en dochters gedenkt.

 

 

[tb_google_map]